Brandveilig meubilair: 1000-1500 minder Europese branddoden

Brandveilig meubilair: 1000-1500 minder Europese branddoden
11 oktober 2013
Donderdagmiddag 10 oktober bracht Esther de Lange – lid van het Europees Parlement – een werkbezoek aan Brandweer Nederland. Het werkbezoek stond in het teken van brandveiligheid van o.a. meubilair, diverse innovaties op dat gebied en kwetsbare doelgroepen. Zij wilde graag in de praktijk zien hoe snel een brand zich kan uitbreiden en met de brandweer in gesprek over (innovatieve) oplossingen.

Het werkbezoek vond plaats op het Brandweer Opleidingscentrum Amsterdam Amstelland – Schiphol (BOCAS), een locatie waar realistische brandscenario’s kunnen worden nagebootst en beoefend. Er werden innovaties gedemonstreerd op het gebied van brandveiligheid van meubilair, zoals een zogheten ‘underlayer’ die ervoor zorgt dat in geval van brand het schuimrubber niet meebrandt. Het verschil met een kussen van een bank zonder ‘underlayer’ was enorm. De ‘underlayer’ kan bovendien worden toegepast bij (her)stoffering van bestaand meubilair en kost weinig. Dit is dus een praktische toepassing zónder het gebruik van vlamvertragers, waar regelmatig discussies over plaatsvinden omtrent de effecten op milieu en gezondheid. Met recht een innovatie dus! Ook is een nieuwe weeftechniek getoond – driedimensionaal weven – die goed kan bijdragen aan de ontwikkeling van brandveiliger meubilair in Europa.

Ook is tijdens het werkbezoek getoond hoe snel een brand in een (nagebootste) woning zich kan uitbreiden. Het is goed om te beseffen dat er al na enkele minuten een onoverleefbare situatie kan ontstaan. Naast de vlammen was ook duidelijk de bij de brand vrijkomende rook zichtbaar; giftige rookgassen die dodelijk zijn. Een duidelijk pleidooi om functionerende rookmelders te hebben, een boodschap die momenteel vanwege de nationale brandpreventieweken nog eens extra onder ieders aandacht gebracht wordt.

Actuele ontwikkelingen

Ricardo Weewer (plaatsvervangend commandant Brandweer Amsterdam Amstelland en lector Brandweerkunde aan de Brandweeracademie) lichtte diverse actuele ontwikkelingen toe. Het betrof onder meer de nieuwe visie van de brandweer “De Brandweer over morgen”, activiteiten op het gebied van brandveilig leven, de inzet om loze meldingen en nodeloze uitrukken drastisch terug te dringen, opkomsttijden, brandonderzoek en wetenschappelijk onderzoek. Niet op de laatste plaats is ingezoomd op kennisuitwisseling, onder meer tussen Europese lidstaten. Door goede internationale kennisuitwisseling hoeft het wiel niet meerdere keren te worden uitgevonden. Dit bewees zich donderdag meteen in de praktijk: Mike Hagen uit Liverpool was ook aanwezig. Hij is momenteel managing director van het Europese Fire Safety Platform.

Brandveiligheid en ouderen

René Hagen (lector Brandpreventie aan de Brandweeracademie) liet in een inleiding zien dat de meeste doden bij brand vallen in de woonomgeving. Omdat de levensverwachting en vergrijzing steeds verder toenemen en het Kabinetsbeleid ervoor zorgt dat mensen steeds langer thuis blijven wonen, is de verwachting dat het aantal branddoden de komende jaren stijgt. Hagen verwacht bij ongewijzigd beleid en zonder rekening te houden met bevolkingsgroei in 2013 een toename van het aantal branddoden onder senioren met 80%. Ook schat Hagen in dat het percentage gewonden toeneemt. In één adem geeft hij daarom voorbeelden van innovaties, zoals de recent ontwikkelde waterleidingsprinkler en de mobiele sprinkler die in Engeland al gebruikt wordt bij kwetsbare doelgroepen zoals ouderen. Verder verwacht Hagen Europabreed een jaarlijkse afname van 1.000 tot 1.500 doden bij brand als iedereen in Europa brandveilig meubilair zou hebben. Op Nederlandse schaal zou dit jaarlijks 11 doden bij brand kunnen voorkomen, evenals 125 minder gewonden. Daarom wijst hij nogmaals op de innovatieve oplossingen die beschikbaar zijn, om op milieuvriendelijke wijze brandveilig meubilair op de markt te krijgen.

Vragen aan de Europese Commissie

Esther de Lange was onder de indruk van de snelheid waarmee een bankstel in lichterlaaie staat en wat de effecten van brand kunnen zijn. Op veilige afstand van de container gaf de hitte, de vlammenzee en de vrijkomende rook een duidelijk beeld. Onlangs heeft De Lange vragen aan de Europese Commissie gesteld over de brandveiligheid van consumentenproducten om de brandveiligheid in Europa te vergroten. De Lange: “Er ligt een enorme uitdaging in de EU: het aantal mensen dat kwetsbaar is, zoals ouderen, neemt toe net als de brandbaarheid van producten. Het is belangrijk om mensen te informeren hierover en dat de brandweer daar zo mee bezig is. Daarnaast moet de EU bij afspraken over productveiligheid ook naar de brandveiligheid kijken. Daar wil ik me voor inzetten.”
Bron: brandweer Nederland

Brandwonden Stichting waarschuwt voor blusdekens die vlam-in-de-pan niet doven

De Nederlandse Brandwonden Stichting waarschuwt voor blusdekens op de Nederlandse markt die olie- en vetbranden, zoals vlam-in-de-pan, niet doven. Deze blusdekens zijn niet geschikt om één van de belangrijkste oorzaken van woningbranden, ‘keukenbranden’, te doven, waardoor een bluspoging levensgevaarlijk wordt en mensen mogelijk zeer ernstig letsel oplopen. Consumenten zijn 100% zeker van de aanschaf van een geschikte blusdeken als ze letten op de productcode EN:1869 (waarbij het niet uitmaakt of er nog andere letters voor ‘EN’ staan). Ongeacht het merk, zijn blusdekens met deze code geschikt om kleine beginnende brandjes (dus ook vlam-in-de-pan) te doven. Staat er een andere code op de verpakking, dan is de blusdeken alléén geschikt voor het doven van bijvoorbeeld brandende kleding of brandend papier.

‘Een vlam-in-de-pan doof je met een blusdeken. Het is dus onverantwoord dat er blusdekens worden verkocht die hiervoor ongeschikt zijn.’ aldus René Hagen, lector Brandpreventie en voorzitter van de begeleidingscommissie brandpreventie van de Brandwonden Stichting. ‘Samen met de Brandwonden Stichting roepen we al jaren dat een blusdeken hét middel is om vlam-in-de-pan te doven. Het is een goede maatregel tegen branduitbreiding en stopt een brand die kan uitgroeien tot een allesverwoestende woningbrand. Dus als mensen een blusdeken kopen om zo hun huis brandveiliger maken, willen wij wel dat zij een degelijk product hebben. Anders is er sprake van schijnveiligheid.’

Juiste blusdeken vermeldt ‘EN:1869’
De Brandwonden Stichting raadt consumenten aan om bij aanschaf van een blusdeken te letten op de productcode EN:1869 (waarbij het niet uitmaakt of er nog meer andere letters voor ‘EN’ staan). Deze blusdekens zijn goedgekeurd voor alle soorten branden, inclusief olie- en vetbranden. De komende periode brengen medewerkers van de Brandwonden Stichting in kaart welke bedrijven blusdekens verkopen die ongeschikt zijn voor olie- en vetbranden. Er zullen gesprekken gevoerd worden over het duidelijk voorlichten van consumenten.

Wanneer en hoe een blusdeken gebruiken?
Een blusdeken gebruik je alleen wanneer de brand niet groter is dan de blusdeken zelf. Is de brand al groter? Vlucht dan naar buiten en bel 1-1-2. Is de brand nog kleiner dan de blusdeken? Vouw dan de blusdeken van u af richting de brandende pan/prullenbak, etc. en dek de brandhaard volledig af. Laat de blusdeken minstens 10 minuten liggen om de brand volledig te doven.

Brandweervrouw ontdekt het euvel
Anne-Pauline Jacobs (Brandweer Nijmegen) was zéér verbaasd. In de voorbereidingen van een brandveiligheidsdemonstratie bij een bouwmarkt, checkte zij de blusdekens voor het doven van vlam-in-de-pan. Maar in de proefopstelling doofde de blusdeken de brand niet, nee, hij brandde juist door. Dit móest een vergissing zijn! Maar na onderzoek kwam ze tot de onthutsende ontdekking dat dit niet het geval was: er worden blusdekens verkocht die niet werken bij vlam-in-de-pan. Anne-Pauline: ‘Tot mijn grote verbazing, bleek er geen sprake van een productiefout of iets dergelijks. Ik ontdekte dat er twee verschillende soorten blusdekens worden verkocht. Eén geschikt voor alle branden en één niet geschikt voor olie- en vetbranden, maar alleen voor ‘lichte’ brandjes.’ Maar als medewerker van de brandweer vraag ik me ten zeerste af of consumenten hiervan op de hoogte zijn.’

Bron: Brandwonden Stichting

 

Naast wijkagent nu ook wijkbrandweerman

De wijkagent is inmiddels ingeburgerd, maar nu komt Rotterdam ook met een wijkbrandweerman. Hij moet de verbindingsofficier zijn tussen de bewoners en de brandweer, ervoor zorgen dat de wijk nog veiliger wordt en de mensen bewuster van brandveiligheid.

Dat verklaarde maandag Annemarie van Daalen, directeur brandweer bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Als er in buurten of wijken bijvoorbeeld kleine evenementen worden gehouden, is de brandweer vaak nu de laatste die wordt geïnformeerd of soms zelfs helemaal niet. “Dat moet anders”, vindt Van Daalen, omdat de brandweer juist een rol kan spelen in het voorkomen van gevaarlijke situaties.

Zo kan de buurtbrandweerman bijvoorbeeld voorkomen dat tijdens een evenement een straat volledig dicht komt te staan met kramen en de brandweer er in noodgevallen niet doorheen kan. “Hij moet een netwerker worden die met bewoners en winkeliers contact heeft en er voor zorgt dat waar dat nodig is de brandweer snel wordt geïnformeerd”, aldus Van Daalen.

De proef komt na het project Brandveilig Leven waarbij brandweerlieden veiligheidschecks bij bewoners uitvoerden. “Daarbij merkten we dat het als erg prettig wordt ervaren om als brandweer dicht bij de mensen te staan.” Zo wil de wijkbrandweerman bewoners ook gaan informeren en tips geven als er in hun straat een brand is geweest.

De proef gaat geen extra geld kosten, omdat de brandweerman in de buurt vanuit de bestaande kazerne in IJsselmonde gaat werken. Ook worden er geen extra mensen aangetrokken. Bestaande krachten gaan de extra taak vervullen. Uiteindelijk moet het de samenleving wel meer opleveren, stelt Van Daalen. “Minder branden, betekent minder schade, ook emotioneel.”

Als de proef een succes is, wil de veiligheidsregio op meer plaatsen in het werkgebied wijkbrandweermannen/vrouwen stationeren.

Brandwerende meubels kunnen levens redden

Brandweer Nederland vraagt het Europees Parlement scherpere regelgeving op te stellen voor brandwerendheid van meubels.

Jaarlijks zouden er in Nederland tien doden minder vallen wanneer er strengere regels zouden zijn voor het brandwerend maken van meubels en matrassen. Dit kan door impregneren, maar Rob Frek, van Brandweer Nederland wijst op de mogelijkheid van andere weeftechnieken of gebruik van andere materialen voor het verminderen van de brandbaarheid van meubels.

Modern meubilair is volgens portefeuillehouder risicobeheersing Rob Frek momenteel één van de grootste gevaren bij woningbranden, is te lezen in het AD. Licht ontvlambare banken zouden in Nederland al verantwoordelijk zijn voor een kwart van alle doden bij brand.

De meubelbranche CBM stelt zich afwachtend op. Brandvertragende impregnatie zou giftig zijn. Greenpeace meldde in 2011 al dat met name broom- en chloorhoudende vlamvertragers giftig zijn. Volgens Frek, van Brandweer Nederland zijn er intussen echter veilige en milieuvriendelijke brandvertragers op de markt.

bron: ANP.

Meldkamer moet ook Fries spreken

De meldkamer van Veiligheidsregio Noord-Nederland zou zowel in het Fries als in het Nederlands moeten communiceren. Dat adviseert de Ried fan de Fryske Beweging, een belangenorganisatie voor de Friese taal en cultuur. Het advies is gegeven na enkele klachten over het slechte taalbeleid van de meldkamer.

Op verzoek van de burgemeester van Leeuwarden heeft de raad op een rijtje gezet hoe nieuwe incidenten kunnen worden voorkomen. Volgens de raad moeten er drie punten veranderen om de meldkamer geheel meertalig te krijgen.

Zo moet de website van de meldkamer tweetalig worden, evenals de communicatie via sociale media. Dat geldt voor alle hulpdiensten, dus zowel de brandweer als de politie en de ambulancediensten. Verder moet de meldkamer meertalige ‘operators’ in dienst hebben die meteen duidelijk maken dat ze beide talen spreken en kunnen verstaan.

De raad hoopt dat de burgemeester de aanbevelingen meeneemt in een overleg over de meldkamers met minister Opstelten.

Bron: Binnenlands Bestuur

14-jarige doet 80 valse meldingen bij 112

Een 14-jarige jongen uit Delft heeft sinds januari meer dan 80 keer de hulpnummers gebeld terwijl er niets aan de hand was. Hij deed onder meer een bommelding, kondigde een schietpartij aan en gaf door dat ergens brand was gesticht. De tiener is woensdag opgepakt, zo meldde de politie vandaag. Zijn motief is nog niet bekend.

De jongen had half april via 0900-8844 gemeld dat er brand was gesticht aan de Buitenhofdreef in Delft, maar dat bleek niet het geval. Afgelopen maandag belde hij dat er een vechtpartij was op een school aan de Juniusstraat, enkele straten van de Buitenhofdreef. Ook toen was er niets aan de hand. De jongen was geen leerling van de school, maar uit de telefoongegevens bleek dat hij er wel in de buurt was toen hij de vechtpartij meldde.

Woensdag belde de jongen weer twee keer naar 0900-8844. Hij deed eerst een bommelding, korte tijd later kondigde hij een schietpartij aan. De politie wil niet zeggen waar de dreiging tegen gericht was. Hij werd getraceerd en opgepakt.

Bij verder onderzoek kwam aan het licht dat de jongen sinds januari ruim 80 keer om niets naar de 112-alarmcentrale had gebeld.

Bron: brandveilig.com

Wereldrecordpoging reanimatietraining

NIJMEGEN – Ruim 2150 kinderen doen op woensdag 29 mei een poging om het wereldrecord reanimatietraining met een Automatische Externe Defibrillator (AED) te verbeteren. Met hulp van AED-trainingsapparaten (Philips) en oefenpoppen (Laerdal) laten ze zien wat ze hierover de afgelopen maanden leerden van de reanimatie-trainers van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ). Lukt de recordpoging, dan levert dat een vermelding op in het beroemde Guinness-book of Records.

TV-presentator Jochem van Gelder praat op de grasmat van het voetbalstadion van NEC de programma-onderdelen aan elkaar en Jeske (bekend van The Voice Kids) komt zingen. Assistent-trainer van N.E.C. Ron de Groot, die de waarde van een AED-reanimatie aan den lijve ondervond, geeft het startschot.

Volgens CWZ-reanimatiecoördinator Anne-Marie Willems begrijpen de scholieren (10-12 jaar) goed wat een hartstilstand is en hoe je de AED moet gebruiken. ‘Ze zien ook dat het vooral stoer is om dat te kunnen en niet eng.’ In Nederland hangen naar schatting 40.000 tot 50.000 AED’s. Er zijn echter maar weinig mensen die ermee weten om te gaan. Inzet van een AED laat de overlevingskans na een hartinfarct stijgen van 18 procent (als er alleen een ambulance komt) naar 48 procent.

Internationaal vervolg?
Hoofdsponsor Philips stelt als één van de grootste leveranciers van AED’s ter wereld de trainingssystemen beschikbaar waarmee de kinderen hun ambitieuze doel kunnen bereiken. ‘Deze recordpoging is een mooi initiatief en ook zeer relevant. In een samenleving waarin hart- en vaatziekten steeds meer voorkomen is het belangrijk dat deze systemen een vertrouwd verschijnsel worden in ons dagelijks leven, dat ze openbaar beschikbaar zijn en dat jong en oud weten hoe ze te gebruiken als de nood aan de man is,’ zegt Henk Valk, General Manager van Philips Healthcare Benelux. Philips wil de Nijmeegse manifestatie internationaal onder de aandacht brengen.

 

Bron: Nijmegenleeft.nl

Een levensreddende AED in uw bedrijf voor een kwartje per dag?

Iedere week overlijden er in Nederland circa 250 mensen aan een hartstilstand.
Dat zijn er al tientallen minder dan enkele jaren geleden. De belangrijkste reden voor deze daling is de verbeterde overlevingskans door de snelle inzet van de Automatische Externe Defibrillator (AED). Inmiddels zijn er in Nederland circa 80.000 AED’s. Deze zijn vooral te vinden bij sportverenigingen, scholen, gemeentehuizen en grotere bedrijven.

Ten onrechte wordt gedacht dat deze levensreddende apparatuur duur in aanschaf en onderhoud is en dus niet betaalbaar voor het MKB. Door marktontwikkelingen is de prijs van een betrouwbare en voordelige AED al gedaald tot circa € 1200,- terwijl dit vroeger meer dan het dubbele was. Met een verwachte levensduur van 12 jaar is de afschrijving slechts € 100,- per jaar. Hoewel de onderhoudskosten per type AED verschillen is dit bij de voordeligste AED slechts € 240,- voor de eerste 12 jaar en dat is dus € 20,- per jaar. Samen met de aanschaf komen de totale kosten dus op € 120,- per jaar, slechts € 0,33 per dag!

Daarnaast kunnen bedrijven in aanmerking komen voor de Kleinschaligheids Investerings Aftrek (KIA) waarmee de aanschaf van een AED een extra aftrekpost tot 28% van de aanschafprijs oplevert. De fiscus betaalt dus ook mee aan uw levensreddende AED. Hij kost u netto dan nog minder dan een kwartje per dag!

Meer weten, of een offerte?

Er komt een nieuwe regeling aan die de veiligheid moet vergroten

Er komt een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) voor het organiseren van noodhulpverlening (bedrijfs)veiligheid. Kort gezegd komt het er op neer dat het begrip bedrijfshulpverlening plaats maakt voor de term basishulpverlening. Met de komst van de nieuwe AMvB (Besluit BasisHulpVerlening) moet de veiligheid worden vergroot op alle plekken waar mensen samen komen.
De nieuwe regelgeving geldt dus niet alleen voor bedrijven, fabrieken, winkels, zorginstellingen, stationsgebouwen, kantoren, musea en bedrijfsverzamelgebouwen. Maar bijvoorbeeld ook voor clubhuizen van sportverenigingen, vrijwilligersorganisaties, kerken, scoutingclubs en evenementen.

De ingangsdatum van deze (wets)wijziging is nog niet definitief. Inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling én publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

Vooruitlopend op de goedkeuring is een vraag uitgegaan naar voorbeelden van Best Practice voor het invullen van de basishulpverlening binnen bedrijven en organisaties.
Tevens wordt onder begeleiding van NEN door de normcommissie ‘bedrijfshulpverlening’ aan de nieuwe norm NEN 8112 gewerkt. De NEN vloeit hierbij de normen NEN 4000 (Bedrijfshulpverlening) en bestaande NEN 8112 (Leidraad voor ontruimingsplannen) samen in de nieuwe norm NEN 8112 (bedrijfshulpverlening en bedrifjsnoodorganisatie. In de NEN 8112 is het risico-denken als een van de vier basisprincipes leidend. Dit met als grondslag het voldoen aan het wettelijk kader. De vier principes die leidend zijn in de Norm zijn:

1. de omslag van norm- naar risico-denken;
2. continuïteit van bedrijfsvoering;
3. zelfredzaamheid;
4. gelijkwaardigheid.

1. De inhoudelijke bepalingen van de norm zijn nu vaak de leidraad bij het organiseren van veiligheid. Streven is om de aanwezige risico’s leidend te laten zijn en hierop passende maatregelen te treffen. Met andere woorden het bepalen van een continuïteitsstrategie op basis van de uitkomsten uit de geïnventariseerde risico’s, het gevoerde veiligheidsbeleid en het ambitieniveau van de organisatie.

2. Bedrijfscontinuïteit wordt steeds vaker onderwerp van gesprek. Dit heeft alles te maken met het gegeven dat bedrijven/organisaties steeds meer afhankelijk worden van de continuïteit van o.a. de levering van producten en diensten. Een simpele storing bij een telefoonprovider kan al zorgen voor hinder in de bedrijfscontinuïteit. Laat staan dat er zich serieuze calamiteiten voordoen en de bedrijfsvoering uitvalt. Het borgen van alle benodigde maatregelen om de bedrijfsvoering gaande te houden en deze onderdeel te laten zijn van bedrijfsprocessen levert zowel een duurzame als financiële besparing op.

3. Zelfredzaamheid betreft alle handelingen die verricht worden ter voorbereiding op calamiteiten, tijdens en na calamiteiten en om te helpen de gevolgen van de calamiteit te beperken. De mate van zelfredzaamheid van mensen vraagt om specifieke aandacht bij het organiseren van (bedrijfs)veiligheid. Hiervoor dienen passende maatregelen te worden getroffen.

4. Met gelijkwaardigheid wordt een goede afstemming van de bedrijfsnoodorganisatie in relatie tot de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische componenten bedoeld.

bron: /bhv-praktijken

Nederland neemt wereldwijde pictogramnorm over

Een wereldwijde norm voor grafische symbolen is door Europa en daardoor ook door Nederland overgenomen. Het betreft de norm die in Nederland NEN-EN-ISO 7010 heet. De pictogramnorm voor vluchtrouteaanduiding, de NEN 6088, is daarom door het Nederlandse Normalisatie-instituut ingetrokken.
Het vertrouwde pictogram uit de NEN 6088 wordt geleidelijk vervangen door het nieuwe pictogram. De belangrijkste verandering in het pictogram voor vluchtroutes is dat het mannetje niet naar de deur rent, maar de deur al heeft bereikt en erdoor loopt. Een ander belangrijk verschil met het oude pictogram is de grootte van de pijl. In feite bestaat het pictogram voor de helft uit het mannetje in de deur en voor de helft uit de pijl. Juist deze extra grote pijl zorgt voor meer duidelijkheid, hetgeen heeft gezorgd voor de wereldwijde acceptatie.

De Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Noodverlichting (NVFN) onderschrijft het belang van internationale harmonisatie. De NVFN wijst erop dat in bestaande situaties de oude pictogrammen worden gehandhaafd, maar dat beheerders de twee niet door elkaar kunnen gebruiken. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het nieuwe pictogram in Nederland de standaard wordt. Engeland en Duitsland zijn hier al enkele jaren mee bezig.